Cursisten leren diepgaand te werken met Acceptance and Commitment Therapy (ACT), op een procesgerichte manier. De cursus start met het aanbieden van interventies, waarbij docenten model staan bij het uitvoeren van interventies en cursisten interventies ondergaan in de rol van cliënt. Hierdoor ervaren cursisten aan den lijve wat interventies teweeg brengen. Ook wordt de therapeutische houding/relatie voorgedaan. Voorop staat het begrijpen van impact van de interventies en hoe deze de processen waar ACT om draait op gang brengen. Hierna volgt een compacte theoretische uitleg over het ACT-model. Daarna leren cursisten in rollenspelen om de componenten vanuit de rol van therapeut op gang te brengen. Oefenen en theorie worden zo steeds afgewisseld. In rollenspellen worden cursisten uitgenodigd om cliënten met verschillende problematieken in te brengen. Hierdoor leren zij enerzijds nog beter het trans-diagnostische karakter van ACT kennen, maar tegelijk ook zien hoe verschillende accenten in ACT gelegd kunnen worden bij verschillende diagnose categorieën.
Wanneer de cursisten theorie en praktijk goed in de vingers hebben, wordt het gedragstherapeutisch proces aan het geleerde gekoppeld: hoe begin je een behandeling, hoe verkrijg je informed consent, hoe verzamel je informatie en welke informatie wil je verzamelen, hoe analyseer je deze informatie, wat betekent dit voor je behandelplan. Het zijn geen stappen die los van elkaar gezien kunnen worden. Aan de orde komt hoe je op een ACT consistente manier kunt meten, met vragenlijsten die gericht zijn op het procesmatige karakter van een behandeling en op kwaliteit van leven als uitkomstmaat, naast symptoommaten. Cursisten leren hoe het gedragstherapeutisch proces een opeenvolging is van analyseren, interventies kiezen en uitvoeren, evalueren en verder analyseren enzovoort.
Er wordt ingegaan op de verschillen en overeenkomsten met meer traditionele CGT. Er wordt ingegaan op de relatie tussen ACT en CGT (als paraplu voor diverse cognitief gedragstherapeutische modellen en als geprotocolleerde behandelmethodiek zoals onderzocht in wetenschappelijk onderzoek). Daarnaast komt ook de wetenschappelijke evidentie voor ACT aan de orde. Besproken wordt hoe werken met functie en betekenis de grondslag is van ACT. Operante en klassieke conditionering spelen daarin een grote rol, met als belangrijke toevoeging de Relational Frame Theory. RFT wordt gezien als een derde leerprincipe, naast operante en klassieke conditionering. Terwijl het talige aspect in het BA/FA model wordt verklaard met een geheugentheorie, wordt deze in RFT opgevat als twee processen van relateren (verbanden leggen tussen dingen en woorden/woorden en woorden) en stimulusfuncties (waarbij functie en betekenis beiden als functies worden gezien, die door woorden ‘gedragen’ kunnen worden).
De studiebelasting bestaat uit 50 uren aanwezigheid, 37 uren thuisstudie (boeken en artikelen) en 14 uur werken aan opdrachten.
Tijdens de opleiding wordt gebruikt gemaakt van onderstaande boeken (zelf aan te schaffen). Overige literatuur wordt verstrekt via de online leeromgeving.
- Bruyninx et al. (2022). ACT met hoofd en hart. Amsterdam: Boom.
- A-Tjak, J. (Red) (2015). Acceptance and Commitment Therapy. Theorie en praktijk. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Deel I en II (blz 3-99)
Deze cursus telt mee als vervolgcursus CGT (en telt ook mee als bij- en nascholing).