Inquiry-Based Stress Reduction als ‘nieuwe’ cognitieve techniek

Een veelbelovende methode om negatieve emoties te veranderen

door VGCt
6 minuten leestijd

Inquiry-Based Stress Reduction (IBSR) wordt omschreven als een methode om negatieve emoties te veranderen door stressvolle gedachtes te onderzoeken. Met deze omschrijving komt IBSR over als reguliere cognitieve therapie, zoals velen van ons dagelijks toepassen. Toch wordt het gepresenteerd als aparte, op zichzelf staande techniek. Wat maakt IBSR als cognitieve techniek dan zo bijzonder of anders? En werkt het hierdoor ook beter? Op deze vragen zal hieronder worden ingegaan.

Auteur: Serena van IJsselmuide

Inquiry-Based Stress Reduction (IBSR) wordt omschreven als een methode om negatieve emoties te veranderen door stressvolle gedachtes te onderzoeken. Met deze omschrijving komt IBSR over als reguliere cognitieve therapie, zoals velen van ons dagelijks toepassen. Toch wordt het gepresenteerd als aparte, op zichzelf staande techniek. Wat maakt IBSR als cognitieve techniek dan zo bijzonder of anders? En werkt het hierdoor ook beter? Op deze vragen zal hieronder worden ingegaan.

IBSR

Eerst een korte schets over de achtergrond van IBSR. IBSR is ontwikkeld door Byron Katie, een Amerikaanse vrouw die zelf jarenlang met verschillende psychische klachten kampte. Tijdens haar ziekteproces ontdekte ze dat haar negatieve emoties verdwenen als zij haar stressvolle gedachtes onderzocht. Een serieuze plek kreeg deze methodiek vervolgens door het werk van MarieOdiel van Rhijn, psycholoog en psychotherapeut. Ze geeft al jaren leertherapie en cursussen en schreef samen met Esther Leuning een boek over de methodiek van Byron Katie (Inquiry-Based Stress Reduction in de praktijk). De techniek kan ingezet worden bij alle cliënten die bereid zijn om hun gedachtes te onderzoeken.

Techniek

Maar wat maakt IBSR nu een op zichzelf staande techniek? Net als bij cognitieve therapie leren cliënten immers dat gedachtes een belangrijke rol spelen in (emotionele, fysiologische, fysieke en gedragsmatige) reacties en dat deze gedachtes onderzocht kunnen worden. Het belangrijkste onderscheid met reguliere cognitieve therapie is de houding die cliënten en therapeuten aan moeten nemen. Bij IBSR is geen sprake van een cognitief ‘debat’ over disfunctionele overtuigingen van de cliënt en logische overtuigingen. Cliënten worden bij IBSR verzocht om naar ‘binnen’ te gaan en de antwoorden vanuit het innerlijke weten te laten komen. De antwoorden komen niet voort uit het bewuste denken, maar vanuit een innerlijke wijsheid. Cliënten zouden op deze manier nieuwe ontdekkingen kunnen doen die tot emotionele veranderingen leiden.

De methodiek vraagt ook om een andere houding van de therapeuten. Zo houdt de therapeut zich aan vaste vragen en mag hier niet van worden afgeweken. Dit omdat anders het risico bestaat dat de methode niet werkt. Omdat de therapeut niet weet welke waarheid voor de cliënt geldt, houdt deze zich buiten dit proces. Hij of zij begeleidt het proces zonder de cliënt de ‘goede’ kant op te sturen.

Structuur

De vaste structuur is bij IBSR anders dan bij reguliere cognitieve therapie. Zo krijgen cliënten bij IBSR de opdracht om zich een concrete stressvolle situatie voor te stellen en hierover zes vaste zinnen af te maken om irrationele gedachtes op te sporen. De irrationele gedachtes die hierbij naar voren komen, worden vervolgens onderzocht met vier vaste vragen en eventuele subvragen. De vier vragen luiden als volgt:

  • Is het waar?
  • Kun je absoluut weten dat het waar is?
  • Hoe reageer je, wat gebeurt er wanneer je die gedachte gelooft?
  • Wie zou je zijn zonder de gedachte?

In de derde stap wordt gewerkt met omkeringsvragen. Om deze vragen te kunnen gebruiken, wordt de cliënt gevraagd om een stressvolle situatie in te brengen waarbij er sprake was van boosheid, teleurstelling of verwarring door toedoen van iemand anders. Ook wordt er naar de reden van dit gevoel gevraagd. Bijvoorbeeld: ‘Ik ben boos op Paul, omdat hij niet naar mij luistert als het gaat over zijn gezondheid’. Cliënten moeten de gedachte vervolgens omkeren naar zichzelf (Ik luister niet naar mezelf als het gaat over mijn gezondheid), naar de ander (Ik luister niet naar Paul als het gaat over zijn gezondheid) en naar het tegenovergestelde (Paul luistert wel naar mij als het gaat over zijn gezondheid). De therapeut laat de cliënt de vragen hardop stellen en geeft de cliënt de opdracht om drie voorbeelden te zoeken van momenten waarop de omkering waar was. Zo kunnen cliënten onderzoeken of het tegenovergestelde ook waar zou kunnen zijn. Dit kan helpen om een confirmation bias te verminderen.

Uiteraard is dit slechts een korte samenvatting van de methode en de verschillen met reguliere cognitieve therapie. Alles over de methode is te lezen in het boek van Van Rhijn en Leuning.

Effect?

Of IBSR leidt tot betere resultaten dan andere behandelvormen is nog niet bekend. Eerste onderzoeken wijzen wel op positieve effecten (bijv. Smernoff, Mitnik & Lev-ari, 2019), maar er dient nog meer onderzoek te worden uitgevoerd om de effecten te evalueren. Momenteel wordt er vanuit de FortaGroep onderzoek uitgevoerd waarbij reguliere CGT wordt vergeleken met IBSR bij depressie. Naar verwachting wordt dit onderzoek volgend jaar afgerond.

Meer weten?

  • Rhijn, M. van, & Leuning, E. (2016). Inquiry-based stress reduction in de praktijk. The Work van Byro Katie in psychotherapie. Amsterdam, Nederland: Hogrefe Uitgevers.
  • Smernoff, E., Mitnik, I., & Lev-ari, S. (2019). The effects of Inquiry-Based Stress Reduction (IBSR) on mental health and well-being among a non-clinical sample. Complementary therapies in clinical practice34, 30-34.

Misschien ook interessant voor jou