DGT bij suïcidale jongeren veelbelovend

Vermindering suïcidepogingen en zelfbeschadigend gedrag

door VGCt
3 minuten leestijd

Recent verschenen de uitkomsten van een gedegen multicenter Randomized Clinical Trial van McCauley et. al (2018) in JAMA Psychiatry. De onderzoekers zochten uit wat het effect is van dialectische gedragstherapie (DGT) ten opzichte van een actieve (geprotocolleerde, steunende) controlegroep.

De interventie- en controleconditie werden zo veel mogelijk gematcht op non-specifieke factoren. Beide behandelingen omvatten een combinatie van individuele sessies en groepstherapie, uitgevoerd door goed getrainde therapeuten. 173 jongeren (overwegend vrouwen) met een hoog risico op suïcide namen deel aan de studie en kregen gedurende zes maanden behandeling.

Minder suïcide

Uit de analyses kwam naar voren dat jongeren in de DGT-conditie significant minder suïcidepogingen deden na behandeling: 90,3% in de DGT-groep deed geen suïcidepoging tijdens het behandeltraject versus 78,5% in de controlegroep. Ook bleek het effect op zelfbeschadigend gedrag significant groter; 56,9% van de dgt-groep liet tijdens de behandelperiode geen zelfbeschadigend gedrag zien ten opzichte van 40% in de controleconditie. De mate van zelfbeschadiging en suïcidepogingen bleef in beide condities verder dalen in de zes maanden na behandeling. Het voordeel van DGT ten opzichte van de controleconditie bleek echter niet meer significant bij follow-up.

Hoopvol aan deze studie is dat psychotherapie het aantal suïcidepogingen bij jongeren vermindert, en het effect na therapie toeneemt. Verschillen tussen de condities zijn niet enorm, maar toch klinisch relevant: elke suïcidepoging minder kan immers een verschil tussen leven en dood beteken. Of DGT ook op de lange termijn een betere behandeling is dan een meer steunend/structurerende aanpak, moet nog beter onderzocht worden.

Minder uitval

Interessant in dit kader is wel dat de uitval in de controleconditie groter bleek te zijn dan bij de DGT-conditie. Dit verschil in blootstelling aan therapie kan de resultaten hebben vertekend, al vinden de onderzoekers daar geen directe aanwijzingen voor. Dat meer jongeren DTafmaken is vooral goed nieuws gezien het eerdergenoemde probleem van therapietrouw bij deze groep. De hypothese van de onderzoekers is dat een grotere betrokkenheid van ouders en een focus op copingvaardigheden (ten opzichte van non-directieve, steunende  interventies in de controlegroep) een rol spelen.

Verder onderzoek naar specifieke werkingsmechanismen en het uitblijven van langetermijneffecten is nodig.

Bron

  • McCauley, E., Berk, M.S., Asarnow, J.R., et al. (2018). Efficacy of Dialectical Behavior Therapy for Adolescents at High Risk for Suicide: A Randomized Clinical Trial. JAMA Psychiatry. Published online, June 20, 2018. doi:10.1001/jamapsychiatry.2018.1109

Misschien ook interessant voor jou