Therapeutische dwaling bij de behandeling van eetstoornissen

Waarom gebruiken behandelaars te weinig effectieve technieken?

door VGCt
4 minuten leestijd

CGT is volgens richtlijnen wereldwijd de eerste keus bij de behandeling van eetstoornissen. Er zijn goede, bewezen effectieve CGT-protocollen beschikbaar. Uit onderzoek van o.a. Glenn Waller et al. (2012) komt echter naar voren dat die protocollen lang niet altijd gevolgd worden. En dat (in CGT getrainde) behandelaars regelmatig niet-effectief bewezen interventies inzetten. Onlangs verscheen een interessante publicatie van Sandra Mulkens en collegae in Behaviour Research and Therapy naar ‘therapeutische dwaling’ (therapist drift) bij de behandeling van mensen met eetstoornissen. Doel van de onderzoekers was om de studie van Waller te repliceren en uit te breiden met een aantal nieuwe variabelen.

Auteur: Nienke van Sambeek

Opzet en uitkomsten

Voor deze studie werden gegevens van 139 Nederlandse therapeuten geanalyseerd die via diverse kanalen (VGCt, NAE, FGzPt, social media) waren opgeroepen om deel te nemen. De respondenten waren allen werkzaam in het veld van eetstoornissen en maakten gebruik van CGT in de behandeling. Zij vulden online een enquête in. Hierin werd gevraagd naar het gebruik van specifieke technieken in de behandeling van eetstoornissen, hun overtuigingen (zoals over het belang van de therapeutische relatie en gebruik van motiveringstechnieken), angst en persoonlijkheid. In overeenstemming met eerder onderzoek kwam naar voren dat therapeuten minder effectief bewezen technieken inzetten dan op basis van evidentie geïndiceerd is. Alhoewel 83% van de respondenten aangaf gebruik te maken van een CGT-protocol in de behandeling, bleken niet alle effectieve technieken systematisch te worden ingezet. Veel van de kerntechnieken van CGT bij eetstoornissen, zoals exposure, eetdagboeken en cognitieve herstructurering werden door slechts 40% van de respondenten ingezet. Minder dan 30% van de respondenten bleek cliënten bij elke afspraak te wegen. 73% maakte gebruik van motiverende gespreksvoering voor de start van de behandeling, terwijl dit geen bewezen meerwaarde heeft.

Hoe kan die therapeutische dwaling verklaard worden? Mulkens en collegae vonden een aantal interessante correlaties. Zo bleek dat therapeuten met een sterk geloof in de kracht van de therapeutische relatie, minder geneigd waren om een breed scala aan effectieve CGT-technieken in te zetten. Ook het angstniveau van therapeuten zelf bleek een rol te spelen: Behandelaars die hoger scoorden op de IUS (Intolerance of Uncertainty Scale), waren minder geneigd om gedragstechnieken met onzekere uitkomsten, zoals exposure en gedragsexperimenten in te zetten.

Aanbevelingen

Wat heeft dit voor implicaties voor de opleiding en supervisie van behandelaars? De resultaten suggereren dat het vergroten van de competentie van therapeuten niet alleen een kwestie is van training in vaardigheden en kerntechnieken. Er zal ook aandacht moeten zijn voor de factoren die er toe leiden dat therapeuten deze vaardigheden niet inzetten, zoals de angst en overtuigingen van de therapeut. Het is belangrijk dat therapeuten eraan herinnerd worden dat gedragsverandering bij eetstoornissen niet tot stand komt door een goede therapeutische relatie, maar juist andersom: De relatie met de cliënt verbetert door gedragsverandering in een beginstadium van de behandeling (Graves et al. 2017). En dus is het getrouw inzetten van gedragstechnieken zo belangrijk.

Bron

  • Graves et al. (2017). A meta-analysis of the relation between therapeutic alliance and treatment outcome in eating disordersInternational Journal of Eating Disorders, 50, 323-340.
  • Mulkens, S., de Vos, C., de Graaff, A. & Waller, G. (2018). To deliver or not to deliver cognitive behavioral therapy fot eating disorders: Replication and extension of our understanding of why therapist fail to do what they should do. Behavioral Research and Therapy, 106, 57-63. https://authors.elsevier.com/a/1X1jS_8Rt8Yuu
  • Waller, G., Stringer, H., & Meyer, C. (2012). What cognitive behavioral techniques do therapists report using when delivering cognitive behavioral therapy for the eating disorders? Journal of Consulting an Clinical Psychology, 80, 171-175.

Misschien ook interessant voor jou